Left-overs

Voor mijn gemak geef ik hier de beschrijving die in de Glasblazerij bij de sieraden wordt verstrekt.😊

Leerdamse “left-overs”

De maker van deze sieraden, Aart de Gans, is als vrijwilliger werkzaam bij de Glasblazerij. Wanneer daar in een object kleuren worden verwerkt in de vorm van strepen of draden dan is een veelgebruikte techniek als volgt: de glasblazer heeft een bel glas op de blaaspijp en de assistent verwarmt een beetje gekleurd glas op een andere. Wanneer dit kleurglas zacht genoeg is, kan de gewenste decoratie op de bel worden aangebracht. Er wordt standaard meer gekleurd glas heet gemaakt dan er nodig is voor de gewenste decoratie. Ten eerste omdat je natuurlijk niet net te weinig wilt hebben. Maar heel belangrijk is ook dat een klein klompje glas heel snel afkoelt. En dan wordt het al snel te hard om er nog een draad van te kunnen trekken. In een grotere hoeveelheid glas zit meer warmte en dus blijft het ook langer te verwerken.

objecten versierd met kleurdraden

Gewoonlijk wordt het restant weggedaan, tegenwoordig ook vaak verwerkt tot losse draden. Het restje gekleurd glas wordt omgeven met een laagje kleurloos en van dat klompje kan een draad worden getrokken: kleurloos met een gekleurde kern. Het glas is zo zacht dat het ook mogelijk is om een dubbele, getwiste draad te maken. Deze draden kunnen weer worden gebruikt als decoratie in nieuw te maken objecten.

Aart de Gans houdt zich bezig met glasfusen. (Dat is het samensmelten van stukken of stukjes glas in een oven die in elk geval ruim 800° C. moet kunnen halen.)
Hij zag nog een andere toepassing in die gemaakte draden. In de fuse-oven worden stukjes draad, meestal samen met ander glas, glad gesmolten tot plaatjes die heel geschikt zijn om er hangers van te maken, de leftovers.

Met dezelfde techniek is het ook mogelijk om “stenen” voor ringen te vervaardigen. Weliswaar iets lastiger om de nodige (kleinere!) stukjes te maken, maar dan zijn er hangers en ringen in dezelfde stijl. Alles uniek handwerk.